Middelinname

Op verschillende manieren kan het middel ingenomen worden. De eerste keer is dit direct onder de tong laten smelten. Daarna is belangrijk dat een middel nooit 2 x met dezelfde dosering wordt ingenomen. Je krijgt dan een middelproef en daarbij ontstaan juist de klachten.

De 2e maal dat een middel wordt ingenomen wordt de dosering hoger, ofwel meer verdund. Dit gebeurt door middel van oplossen in water. Hiervoor gebruik je een glazen (jam) potje; schoon, uitgekookt en zonder dat er zuur in heeft gezeten. Deze vul je met water en het middel deponeer je in het potje. Dit laat je oplossen en daarna schud je het water. Dit gebeurt door een ‘schok’ door het water te geven. Oftewel met het potje op de platte hand slaan. Daarna is nemen van een theelepel water voldoende van het middel om zijn werk te doen.

Een 3e manier om een middel in te nemen is snuiven; je houdt 1 neusgat dicht en snuift het middel op.

Verstoren van het middel

Homeopatische middelen zijn gemaakt van natuurlijke delen. Daardoor zijn ze zeer gevoelig voor andere natuurproducten. Vooral producten die krachtig zijn, kunnen daardoor een middel verstoren. Hierbij zijn MINT en caffeïne de belangrijkste. MINT is een sterk kruid wat gebruikt wordt om te overheersen. Het is zeker niet ongezond, maar te krachtig voor homeopatische middelen. Daardoor is het de bedoeling dat bij inname van een middel de eerste 6 weken geen mint wordt gebruikt. Dan kan de homeopaat zien wat de werking van zijn middelkeuze is, zonder dat de mogelijkheid bestaat dat het middel is verstoord door mint.

Voor caffeïne, theïne, reguliere medicatie en andere homeopatische middelen geldt in principe hetzelfde als voor mint. In overleg met de homeopaat kan hier uiteraard van afgeweken worden.

.